Leerlingen van Hooghuis West ontdekken overeenkomsten
Gepubliceerd, september 2017
“Je hebt aardige mensen en onaardige mensen, dat is alles”
“Jongens, vertel gewoon jullie verhaal. Jullie kunnen het.” Angélo Schuurmans geeft een laatste instructie aan de vier leerlingen van de Internationale Schakelklas (ISK) voordat ze een plaatsje in de kring zoeken tussen zo’n 20 brugklassers van Hooghuis-West. De leerlingen hebben met hun docent de verhalen van de ISK-leerlingen al besproken, maar toch voelt het wat onwennig nu ze hier bij elkaar zitten.
Angélo draait deze les vaker, hij weet hoe hij het ijs kan breken en start daarom met een kort Deens filmpje (zie onderaan deze pagina) over vooroordelen. Het heeft niks te maken met vluchtelingen, maar meer met dingen die we allemaal hebben: in een grote groep mensen wordt steeds een vraag gesteld, wie die met “ja” kan beantwoorden stapt naar voren. “Wie was er op school de clown van de klas?” “Wie is er een stiefouder?” “Wie gelooft er in leven na de dood?” “Wie houdt van dansen?” ”Wie is er ooit gepest?” “Wie heeft ooit gepest?” en ga zo maar door. De kinderen pikken de boodschap vrijwel meteen op: “Je zou helemaal niet verwachten dat zulke verschillende mensen zo op elkaar lijken.”
Voorbeelden van Angélo uit zijn eigen leven komen voorbij, en dan is het tijd voor de leerlingen zelf. Bij elke vraag of stelling kiezen ze door te gaan staan voor “ja”, wie blijft zitten kiest voor “nee”. En natuurlijk begint het gemakkelijk, met vragen als “Wie gaat er op de fiets naar school?” “Van wie is blauw de favoriete kleur?” “Van wie is pizza het favoriete eten?”. Maar gaandeweg wordt het persoonlijker: “Wie roddelt er wel eens?” “Wie is er verliefd” ”Wie voelt zich wel eens eenzaam?”. Natuurlijk ontbreken ook de vragen voor de pesters en gepesten hier niet.
Door de opbouw in intensiteit blijven de leerlingen volgen, niemand trekt zich terug. Als Angélo aankondigt dat zijn laatste vraag gesteld is, klinkt van verschillende kanten de vraag aan de docent of ze hier in de klas nog een keer mee verder kunnen gaan. Blijkbaar maakt het iets los. “Ik wist niet dat er zoveel kinderen met gescheiden ouders zijn, ik dacht dat ik de enige was”, vertelt een jongen. En zo zijn er meer.
Nu de kinderen openstaan voor het delen van gemeenschappelijke gevoelens, vertelt Ibrahim (14) over zijn leven in Syrië, over de manier waarop hij naar Nederland kwam, over zijn ideeën, zijn hoop, zijn verwachtingen. Ook Lilian (13), een Christelijk meisje uit Syrië, vertelt in perfect uitgesproken Nederlands over hoe belangrijk eerlijkheid, betrouwbaarheid en vrijheid voor haar zijn. Over dat ze alleen Christelijke wortels heeft, maar verder niet gelovig is. Hier kan dat, hier is ze vrij om daarmee om te gaan zoals ze zelf wil. Syrische Ahmed (14) blijkt van kickboksen en Lil’ Kleine te houden, net als veel jongens uit deze brugklas. En zo blijken alle leerlingen meer dingen in de verhalen van deze Syrische jongeren te herkennen. De vragen schieten over en weer en voor ze het weten is de les om. Maja (16) uit Polen en Abdu (18) uit Syrië zijn niet eens aan de beurt gekomen. “Geen punt”, zegt Angélo, “in de volgende les mogen zij hun verhalen vertellen”.
De brugklassers zijn het er unaniem over eens: “Dit was echt een supergave les!” “Dapper dat ze dit zo doen”, voegt een jongen toe, “ik zou dit niet zo voor een vreemde groep durven.” “Ach”, antwoordt Ahmed, “het grootste verschil zit in de mensen zelf, je hebt aardige mensen en onaardige. Voor de rest zijn we allemaal hetzelfde.”